Column Anneke Anders

Anneke Wattel – de Vries is Kerkelijk Werker Pastoraat in wijk Zuid-Blauw. Ze is getrouwd met Bart en moeder van Lydia (22), Noah (20), Thalita (19) en pleegmoeder van Gydo (16) en Milo (14).

Manke poot

Mam, daar is de duif met de manke poot’, roepen de kinderen regelmatig. Tot … de duif met de manke poot niet meer komt.

Elke zomer zitten er twee dikke duiven heel tevreden in onze kersenboom. Af en toe pikken ze wat in een kers, of ze nou rijp zijn of niet. Meerdere kersen gooien ze op de grond. Als wij de kersen geplukt hebben, verhuizen ze naar de druiven. Aangezien wij ook dol op kersen en druiven zijn, jagen we ze geregeld weg.

Hey, ksst, shhh, ga weg!’, roep ik. Ik klap in mijn handen en als dat niet helpt, geef ik een klap met mijn vlakke hand op het raam in de hoop dat onze ongenode gasten vertrekken. De duiven kennen het spelletje na al die jaren wel en trekken zich er steeds minder van aan. Ze vliegen pas echt weg als we naar buiten gaan.

‘Niet doen mam!’, roept een van de kinderen opeens. ‘Hè, waarom niet?’, vraag ik. ‘Hij eet toch de kersen op?’ ‘Maar deze is zielig. Kijk hij heeft een manke poot. Die mag je niet wegjagen. Die wil ook eten’, zegt ze. Als ik wat beter kijk, zie ik inderdaad dat een van de duiven mank loopt. ‘Nou, maar daar kan hij prima mee leven hoor. Hij kan voldoende eten vinden en hij kan ook gewoon nog vliegen. Het is echt niet nodig dat hij onze vruchten opeet.’ zeg ik. ‘Maar misschien heeft hij wel pijn en honger. Kan je hem niet vangen en helpen?’,  vraagt ze. ‘Hmmm, ik denk niet dat hij honger heeft, misschien heeft hij pijn aan zijn pootje. Ik zal proberen of ik bij hem kan komen, maar ik denk het niet’, zeg ik. Zachtjes loop ik naar de duif toe. Maar zodra het slimme beestje mij ziet, ‘loopt’ hij, trekkend met zijn manke pootje, zo snel mogelijk weg. Als ik nog dichterbij kom, vliegt hij een eindje weg. Nee, vangen gaat niet lukken. Teleurgesteld kijken we samen naar de duif in de tuin. ‘Deze mag je niet wegjagen mam.’

‘Okee, ik zal mijn best doen’, zeg ik met een zucht. Eigenlijk vind ik dat ook manke duiven mijn vruchten niet op mogen eten.

Mam, daar is de duif met de manke poot’, roepen de kinderen sinds die tijd regelmatig. Tot … hij op een dag niet meer komt.

Terwijl mijn man en ik naar huis lopen na een wandeling, zie ik een witte vlek op straat. Er ligt wel vaker wat op straat en ik denk er verder niet over na. We lopen verder en komen dichterbij de vlek. Als we vlakbij zijn, roepen mijn man en ik tegelijk: ‘De duif met de manke poot!’ en schieten in de lach. Sneu voor de kinderen … maar misschien houden we dit jaar een paar kersen meer over.