Boef!
‘Nou, dan word ik wel boef!’ roept onze zoon gefrustreerd uit. ‘Boef?!’ denk ik wat verbaasd en verontrust. Ik ben op zoek naar de verbinding met het eerste deel van ons gesprek. Terwijl we onderweg zijn, ratelt onze zoon gezellig aan een stuk door. Over auto’s, voetbal, Pokémon, en nog veel meer. Het gaat wat langs me heen. Totdat we langs een brandweerkazerne rijden en hij vraagt: ‘Anneke, kan ik brandweerman worden?’ Vuur vindt hij namelijk erg fascinerend. ‘Ik denk het niet’, antwoord ik. ‘Ik denk dat dat wat te moeilijk voor je is.’ ‘Hmmm’ zegt hij. ‘Kan ik dan politieagent worden?’ Deze vraag stelt hij al jaren met enige regelmaat. Kinderen en jongeren horen met regelmaat dat ze alles kunnen worden wat ze willen maar de praktijk is toch echt anders. ‘Nee’, zeg ik, ‘dat gaat ook niet lukken. Dat is best wel moeilijk weet je nog. Maar jij kunt wel iets anders worden.’
Hij is niet tevreden met dit antwoord. Politie worden is zijn grote passie, zijn droom, al van kinds af aan. Zowel wij als de docenten op school kijken samen met hem naar wat wel kan en politieagent worden zit daar niet bij. Toch blijft het zijn grote droom. Hij is even stil en roept dan: ‘Nou dan word ik wel boef! Dan kan ik daar heel veel geld mee krijgen. En dan zorg ik ervoor dat de politie mij niet kan pakken.’ Na mijn verbazing schiet ik in de lach bij deze bijzondere wending en zeg: ‘Maar dat is toch niet goed? Dan word je straks opgepakt door de politie en kom je in de gevangenis.’ Maar hij heeft het allemaal goed doordacht. ‘Nee hoor!’ roept hij. ‘Ik zorg ervoor dat de politie me niet ziet en dan ga ik er heel snel vandoor en dan heb ik heel veel geld.’
‘Maar je kunt toch niet zomaar geld stelen bij de bank’, zeg ik. ‘Nee, ik ga heel stiekem bij mensen inbreken en geld stelen. Dan heeft niemand het door.’ ‘Dat is toch zielig? Als iemand dat nou bij jou doet?’ probeer ik nog. Maar nee, hij schiet in de lach, zijn ogen beginnen te twinkelen en hij gaat vol overtuiging vertellen dat hij boef wordt als hij geen politieagent kan worden. Ik laat hem maar verder ratelen. Gelukkig weet ik dat hij veel te lief, zachtaardig, sociaal en behulpzaam is om dingen te stelen. Laat staan om anderen iets aan te doen. Als er iemand hier in huis is die altijd alles wat hij krijgt, bereid is om te delen dan is hij het wel. Zelfs als het ten koste gaat van hemzelf. Nee, het enige wat deze boef tot nu toe heeft gestolen zijn de harten van juffen, meesters, buschauffeurs, stagebegeleider en ga zo maar door. Deze vriendelijke, lieve boef is een echte hartendief.