Liturgie: een serie artikelen

Liturgie is afgeleid van het Griekse Leiturgia, wat betekent: eredienst. Het is het geheel van gebeden en rituele handelingen tijdens een kerkdienst. In de Protestantse Kerk bestaat veel ruimte en vrijheid om die liturgie vorm te geven. Sommige voorgangers doen het zo eenvoudig mogelijk, andere kiezen voor responsies en een drempelgebed, weer andere volgen de meest gebruikte liturgie, die met kyrie en gloria. Waar het op aan komt is dat je weet wat je doet als voorganger bij de vormgeving van de eredienst. Dat je kunt uitleggen wat de achtergrond is van je keuzes.
 
In deze aflevering van KerkVenster beginnen we met een serie artikelen over liturgie. We plaatsen deze op de binnenpagina, omdat we ons blad graag willen beginnen met een inhoudelijk artikel. Schrijver van de artikelen is prof. dr. Marcel Barnard en drie gemeenten vertellen steeds over hun praktijk. Het eerste deel van deze serie kunt u hier lezen: het consistoriegebed.
redactie KerkVenster
 
Het Consistoriegebed
bron: protestantsekerk.nl – Illustratie: Linda Verholt
 
Het ‘dienstvolk’ verzamelt zich in de consistoriekamer: de kerkenraad. En wat zou het goed zijn als zich daar ook de musici, koster, lectoren en kinderkerkleiding bij zouden voegen. En  als het van pas komt ook doopouders, dopelingen, mensen die belijdenis doen of wier trouw bevestigd wordt.
Daar staat die kleine kring in het zondagmorgenlicht dat door de ramen binnenvalt. Het eerste wat zij beseffen is hoe wonderlijk en niet vanzelfsprekend het is dat de gemeente bijeenkomt op de dag van de Opstanding, de eerste dag. Dat besef stemt onmiddellijk tot dankbaarheid jegens God, en het verbindt die kleine kring in de consistoriekamer met de hele kerk in hemel en op aarde die bijeenkomt om de eerste dag te vieren.
Ja, de hele kerk: de mensen die zich verzameld hebben in de kerkbanken maar ook zij die niet konden komen en wie weet thuis meevieren. Maar ook de wereldwijde kerk, de kerk-in-de-verdrukking, en de hemelse kerk van hen die ons in het geloof zijn voorgegaan, van de engelen die zingen voor Gods troon. Ja, deze kleine kring is deel van de hele oecumene van hemel en aarde.
Maar dan keert het gebed weer naar binnen, naar de kleine kring, en men bidt voor de mensen die nu leiding gaan geven aan de eredienst, die het Woord verkondigen en de sacramenten bedienen, die voorgaan in de lofzang. Dat consistoriegebed is in zijn kleinheid meteen zo groots, stamelend uitgesproken, recht uit het hart van een ouderling, thuis voorbedacht en voorgelezen van een papiertje of van een mobiele telefoon, genomen uit het Dienstboek of uit de voorbeelden die in de consistoriekamer liggen. Het dienstwerk kan beginnen. Nee, het is al begonnen.
Prof. dr. Marcel Barnard
Hoogleraar Praktische Theologie / Liturgiewetenschap aan de PThU en aan de Universiteit van Stellenbosch, Zuid-Afrika
 
‘Ik waardeer elk woord als een persoonlijke bemoediging’
‘Voor aanvang én na afloop van de dienst spreekt de ouderling van dienst
het consistoriegebed uit. Voor aanvang van de dienst kunnen er allerlei zaken besproken worden, maar het laatste woord in de consistorie is gericht tot God om ons voor te bereiden op de dienst en de hulp te vragen van Zijn Heilige Geest. Ik ervaar dan dat ik de dienst mag leiden met hulp van God en met steun van de kerkenraad. Na de dienst komen we terug in de consistorie, praten we na over de dienst en maken we de overstap naar het ‘gewone’ leven, maar pas nadat we ons weer hebben gericht op God. Om onze dank uit te spreken voor de dienst, maar ook omdat we beseffen dat alleen God verder kan werken met dat wat de mensen ontvangen hebben in de dienst. De ouderling van dienst heeft de vrijheid om dat zelf in te vullen. De één schrijft het thuis uit, de ander bidt met een vrij gebed, weer iemand anders kiest gebeden uit de traditie van de kerk. 
Zelf vond ik het gebed om een ongestoorde dienst wel eens wat ‘gemaakt’, totdat een keer iemand met een scooter door de openstaande kerkdeuren reed en luid begon te vloeken. Sindsdien waardeer ik elk woord, vaak met zorg uitgezocht, als een persoonlijke bemoediging en als een parel uit het hart van de ouderling.’
ds. Christiaan Baan,  Hervormde Gemeente Nieuwpoort
 
‘Je staat er als dominee niet alleen voor’
‘Voorafgaand aan de kerkdienst(en) komen de ouderling, de diaken en de predikant samen in onze prachtige stilteruimte die rond kerkdiensten dienstdoet als consistoriekamer. De ouderling van dienst spreekt het consistoriegebed uit en vraagt om Gods zegen over de dienst en in het bijzonder voor de voorganger die Gods woord aan de gemeente mag brengen. Op deze manier is de predikant gedragen door de kerkenraad. Bij ons is het gebruikelijk om de dienst ook weer af te sluiten met een gebed in de consistoriekamer. Dit klinkt misschien een beetje dubbelop, omdat er in de kerkzaal ook al samen gebeden wordt om Gods zegen en gedankt wordt. Maar het versterkt het besef dat je als kerkenraad samen verantwoordelijk bent voor de eredienst en dat je er als dominee niet alleen voorstaat. Het is zo een mooi afgerond geheel.’
ds. Rianne van der Nagel,  Gereformeerde Kerk Nijkerk
 
‘Met dit gebed vangt de dienst aan’
‘Voor het consistoriegebed komen we voorafgaand aan de dienst bij elkaar in de consistorie: de predikant, de ouderling en de diaken. Soms ook doopouders, en bij de cantatediensten de solozangers en de dirigent. De ouderling spreekt een kort gebed uit. De ouderlingen hebben bij aanvang van hun taak een korte handreiking met een aantal gebeden ontvangen, maar de praktijk is dat de meeste ouderlingen een eigen gebed bidden dat ze elders zijn tegengekomen, zelf geschreven hebben of dat, ongeschreven, direct uit het hart komt. Ik kan soms diep onder de indruk zijn hoe goed gekozen de woorden zijn, waarin ook iets kan meeklinken van de dienst die aan zal vangen, zoals een doop- of avondmaalsdienst, de startzondagdienst of de dienst bij de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Met dit gebed vangt de dienst aan.’
 
ds. Guus A.V. Fröberg, Bethelkerk Vlaardingen (wijkgemeente Ambacht-Oost)